De 14-dagenbrief: wanneer gaat de termijn lopen?
Uw klant betaalt niet. Zelfs niet nadat u ‘m hebt aangemaand en daarom wilt u bij hem de incassokosten in rekening brengen. Wij zijn al eens eerder in een artikel kort ingegaan op de 14-dagenbrief zoals bedoeld in artikel 6:96 BW. Dit artikel gaat in het kort over het bepalen van de incassokosten en wanneer deze verschuldigd zijn. Ook de 14-dagentermijn komt in dat artikel aan bod. Pas als de termijn is verlopen, zijn de incassokosten verschuldigd. Maar wanneer gaat die termijn eigen in? Mag u uitgaan van de dagtekening van uw brief? U weet immers niet hoe lang de post erover doet om uw brief te verzenden? Hoe moet u de dagen tellen?
Wanneer voldoet de 14-dagenbrief?
De aanvang van de 14-dagentermijn moet op de juiste manier worden aangekondigd. De termijn vangt een dag na aanmaning aan. De formulering “binnen veertien dagen vanaf de dag nadat deze brief bij u is bezorgd” voldoet dus aan de wettelijke eisen.
Ook voldoet de brief niet als u de betalingstermijn van 14 dagen vermeld, maar een te vroege dag van aanvang of van einde van die termijn aanwijst. Een voorbeeld hiervan is de vermelding dat betaald moet worden “binnen 14 dagen na heden” of “binnen 14 dagen na verzending van deze brief”.
Wat zijn de gevolgen van een onjuiste formulering?
In zijn uitspraak van 7 februari 2017 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de in deze zaak gevorderde buitengerechtelijke kosten afgewezen. Hier had Zorgkantoor Friesland op 6 november 2014 een aanmaning verstuurd aan de wederpartij. In de brief werd de schuldenaar gesommeerd binnen 14 dagen na dagtekening van deze brief te betalen. Daarmee voldeed de 14-dagenbrief niet aan de wettelijke vereisten en dus werd het verzoek om buitengerechtelijke kosten afgewezen.
Dat moet worden uitgegaan van de ontvangst van de brief door de schuldenaar is door de Hoge Raad in zijn arrest van 25 november 2016 bevestigd. Volgens de Hoge Raad vangt de termijn van 14 dagen aan de dag na ontvangst van de 14-dagenbrief door de schuldenaar. Volgens artikel 6:96, lid 6, BW vangt de termijn namelijk “de dag na de aanmaning” aan. De Hoge Raad stelt dat de 14-dagentermijn pas aanvangt de dag nadat de aanmaning door de schuldenaar is ontvangen. Enkel op die manier heeft de schuldenaar 14 hele dagen de gelegenheid om het verschuldigde bedrag te betalen. Pas na die termijn is de schuldenaar incassokosten verschuldigd.
Kortom
Wilt u aanspraak maken op buitengerechtelijk incassokosten? Zorg er dan voor dat u de juiste formulering gebruikt in uw aanmaning. Het moet voor uw klant duidelijk zijn dat hij na ontvangst van de aanmaning 14 (hele) dagen de tijd heeft om te betalen. Wanneer u dit niet doet, is uw klant (als hij een natuurlijk persoon is), geen buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. Tip. Wilt u zeker weten dat uw termijn voldoet? Geef de schuldenaar dan een iets langere termijn. Dat mag namelijk wel. In dat geval mag u ook de tekst ‘na dagtekening van deze brief’ gebruiken, mits de schuldenaar dan minimaal 14 volle dagen krijgt. Ons advies: geef duidelijk aan waarom u een langere dan de wettelijke termijn hanteert.
Recent geplaatst in de kennisbank
Geen toevoeging
Denkt u in aanmerking te komen voor gefinancierde rechtsbijstand (toevoeging) of denkt u daar recht op te hebben, dan verwijzen wij u graag door naar Het Juridisch Loket. Wij zijn namelijk niet aangesloten bij de raad van rechtsbijstand als kantoor dat deze toevoegingen mag doen.