Toezeggingen moet je nakomen. Dat geldt ook voor gemeenten.
U bent van plan om een oud bedrijfspand om te bouwen tot woning. Voor die verbouwing moet het bestemmingsplan gewijzigd worden en daarvoor hebt u medewerking van de gemeente nodig. Die medewerking krijgt u gelukkig. De gemeente stemt er namelijk mee in om de nieuwe woonbestemming in het ontwerpbestemmingsplan op te nemen en legt deze toestemming ook schriftelijk vast. Wat nu als de gemeente die toezegging vervolgens niet nakomt en de bestemming dus niet wordt gewijzigd? Kunt u dan de gemeente aansprakelijk stellen voor de schade die u daardoor loopt?
En dan gebeurt het echt.
Klinkt dit bekend in de oren? Het overkwam een pandeigenaar in 1987. Kort na de aankoop van een voormalige dienstwoning had deze man aangegeven die voormalige dienstwoning als woning te willen gebruiken. Het college had daarop schriftelijk toegezegd deze dienstwoning met een woonbestemming in het ontwerpbestemmingsplan voor die locatie op te nemen. Helaas vergat het college en kreeg de voormalige dienstwoning niet de toegezegde woonbestemming. De gemeente probeerde dit alsnog te regelen via een vrijstellingsprocedure, maar de provincie weigerde de benodigde goedkeuring. Geen woonbestemming dus voor die voormalige dienstwoning, maar wel schade voor de pandeigenaar. In de juridische procedures die daarop volgden, vorderde de pandeigenaar een verklaring van de rechter dat de gemeente onrechtmatig had gehandeld en dat de gemeente zijn schade moest vergoeden. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad hier op 19 juni 2015 een arrest over gewezen.
Aansprakelijk?
Doordat de gemeente de toezegging niet nakwam en de toegezegde bestemming niet werd verkregen, leidde de pandeigenaar schade. Die schade wilde de pandeigenaar verhalen door de gemeente aansprakelijk te stellen. Volgens de pandeigenaar had de gemeente onrechtmatig gehandeld door de gemaakte afspraken niet na te komen. Om de gemeente met succes aansprakelijk te stellen voor de geleden schade moest wel aan een aantal voorwaarden zijn voldaan: Er moest sprake zijn van onrechtmatig handelen en dat handelen moest aan de gemeente toerekenbaar zijn. Verder moest er sprake zijn van schade en moest er tussen de onrechtmatige handeling en de schade een directe link (een causaal verband) bestaan. De rechtbank en het gerechtshof wezen de vordering echter af. Onder andere vanwege het feit dat de pandeigenaar geen beroep had ingesteld tegen het bestemmingsplan. Bovendien ontbrak een causaal verband tussen de gestelde geleden schade en het nalaten van de gemeente.
Wat oordeelde de Hoge Raad?
De Hoge Raad oordeelde echter anders. De vordering van de pandeigenaar was gericht op de gemiste kans van de verwezenlijking van zijn plannen. Niet op de onrechtmatigheid van het vastgestelde bestemmingsplan, omdat daarin de toegezegde woonbestemming niet was opgenomen. Dat zijn twee wezenlijk andere vorderingen, aldus de Hoge Raad. Volgens de Hoge Raad was het simpel: De gemeente was de afspraken niet nagekomen en daardoor was de pandeigenaar de kans ontnomen of in ieder geval verminderd om voor de woning een woonbestemming te krijgen. Om die woonbestemming te krijgen, is immers om te beginnen een opname in het ontwerpbestemmingsplan vereist. Er bestond dus volgens de Hoge Raad duidelijk een verband tussen de tekortkoming van de gemeente en de schade (ontneming of vermindering van een kans op succes).
Volgens de Hoge Raad kwam het dus aan op kansberekening. Althans voor wat betreft het bepalen van de hoogte van de schade. Stel dat de woonbestemming wel in het ontwerpbestemmingsplan was opgenomen. Hoe groot zou dan de kans zijn geweest dat deze bestemming ook zou worden goedgekeurd en vastgesteld? Was die kans nihil? Of juist niet? Of was daarover niets met voldoende zekerheid te zeggen? In alle gevallen had de rechter volgens de Hoge Raad de schade zo nodig bij wijze van schatting moeten vaststellen.
Kortom
Ook gemeenten moeten toezeggingen nakomen. Zeker als ze op papier staan. Natuurlijk kan een uitkomst niet worden gegarandeerd. Zeker niet in een bestemmingsplanprocedure. Let dus op bij het bepalen van de vordering. Had de advocaat deze zaak namelijk anders aangepakt en zich bijvoorbeeld gericht op de rechtmatigheid van het bestemmingsplan, dan was de uitkomst zeer waarschijnlijk anders geweest. Hier ging het niet om de rechtmatigheid van het bestemmingsplan. Het ging om het verminderen van kansen op een bepaalde uitkomst. Let daar dus op.
Recent geplaatst in de kennisbank
Geen toevoeging
Denkt u in aanmerking te komen voor gefinancierde rechtsbijstand (toevoeging) of denkt u daar recht op te hebben, dan verwijzen wij u graag door naar Het Juridisch Loket. Wij zijn namelijk niet aangesloten bij de raad van rechtsbijstand als kantoor dat deze toevoegingen mag doen.